De geboortekoffertjes:

Hoera een meisje! Hoera een jongetje!

 

 

Een broertje.

Moeder Muis ligt in het ziekenhuis. Ze is niet echt ziek gelukkig. Maar ze heeft net een babytje gekregen, een lief klein jongetje. En hebben Pam, Pem, Pim en Pom er dus een broertje bij en vader natuurlijk een zoontje.

Wat zijn ze allemaal blij. Maar moeder heeft een probleempje. Hoe zullen we die kleine noemen, vraagt ze zich af. Moeilijk is het om weer een mooie naam te bedenken. Ze overlegt met vader en die zegt, wat dacht je van Pum? Pum….. mmm niet slecht maar toch….

Ineens weet moeder het. We noemen hem Pukkie. Hij is namelijk de kleinste van ons allemaal.

Ja leuk, roepen Pam, Pem, Pim en Pom. Welkom in onze familie lieve Pukkie!

 

Een koffer vol verhalen.

Verscholen tegen een berg. Niet zo heel ver hier vandaan. Ligt een dorpje. En daar woont het kleine volkje. Het is een gezellig dorp. Met een school, een bakkerij, een winkel, een kleermakerij en zelfs een heuse tearoom. Ook is er een ziekenhuis.

In het dorpje gaat het leven rustig zijn gangetje. Maar er gebeurt ook van alles!

Wat? Dat kun je lezen in deze verhaaltjes.

 

Bosmuziek.

Bas Boterbloem, de muis, banjert door het bos. Hij stampt met zijn vier pootjes lekker in de plassen. Van plezier begint hij te zingen. En van je hela hola, klinkt het. Het is zijn lievelingslied. In de maat loopt hij dan stevig door.

Maar plots hoort hij iets. Is dat nou de echo of zingen er nog anderen in het bos, vraagt Bas zich af.

Nieuwsgierig loopt hij door. Gompie, een heel orkestje staat daar zomaar midden in het bos!

Wie zijn dát dan wel?

Nou….. kabouter Dirruk speelt trompet en vandaag had hij echt zin om een deuntje te spelen. Maar zijn vrouwtje zegt: ja zeg, heb ik net m’n hele huis op de kop staan om es effe lekker alles te soppen, komt hij weer met z’n getoeter. En je hebt ook nog modder aan je schoenen. Nee Dirruk, wegwezen met je baggerbenen jij, zegt ze vinnig.

Nou lekker dan, denkt Dirruk, dat heb ik weer. Treurig toetert hij in zijn eentje een moppie buiten onder een boom.

Maar wie komen daar aan? Het zijn de vriendjes van Dirruk, die gelokt door de klanken, met hun instrumenten onder de arm, aan komen gelopen. Het is echt een dag om heerlijk buiten muziek te maken hè Dirruk, zeggen ze.

Pompidompidom klinkt het luid. Ook de vogeltjes zingen mee. En Bas? Nou die neuriet zachtjes mee en geniet.

Tot diep in de dag hoor je de muziek door het bos gaan.

Wat een feest!

Japie gaat slapen.

Het is avond. Tijd om te gaan slapen. Muisje Japie ligt in zijn bedje. Hij is best wel moe, maar kan de slaap niet vatten. Japie ligt een beetje te piekeren. Morgen heeft hij zwemexamen en oh oh dat rugzwemmen. Zal dat wel lukken, denkt Japie met een zucht. Steeds zakt zijn kontje weg onder water en blup blup blup gaat Japie dan koppie onder.

Lekker warm is zijn bedje wel en knus ligt Beertje tegen hem aan onder de dekens.

Wat is er toch aan de hand Japie, vraagt moeder. En Japie vertelt dat hij zo zenuwachtig is voor morgen en daarom niet slapen kan.

Ach lieverd, zegt moeder. Ik weet toch dat je je best doet. En als het morgen niet lukt, nou en, wat dan nog? Volgende keer beter hoor Japie, zegt moeder. Maak je maar niet zo druk. En moeder stopt de dekens van Japie nog eens lekker in, geeft hem een dikke kus en een aai over zijn bol.

 

 En als je nou nog niet kunt slapen, ga dan maar schaapjes tellen, zegt moeder. Dan val je vanzelf in slaap.

Huh??? Schaapjes tellen? Zijn die er dan in de slaapkamer?

 Dat wil ik dan wel eens zien, roept het vogeltje voor de raam. Ik sta al op de uitkijk. Nou en anders ik wel, fluit Pietje de kanarie: ik ben stik benieuwd!

En warempel… even later…..1 schaapje….2 schaapjes……3 schaapjes….4 schaa……..5…….. En langzaam vallen de oogjes van Japie toe.

Weltrusten lieve Japie, droom maar mooi en morgen veel succes hoor!

 

Desiré.

 

Zusje zit bij de zieke Siepie op de leuning van de stoel en trekt het dekentje lekker over hem heen.

Maar Siepie heb je soms een windje gelaten, vraagt zusje. Jeeminee wat een lucht!

Ja, piept Siepie benauwd, ik heb desiré en moet heel nodig naar de wc. Oei…… het is geloof ik al te laat!

Oho wat erg ik heb het in mijn broek gedaan.

 Moeder is gelukkig helemaal niet boos. Een ongelukje kan gebeuren. Daar kun je niets aan doen als je ziek bent, zegt moeder. Doe maar gauw je pyjamabroek uit, dan was ik die meteen.

Maar Siepie, zegt moeder, wel even dit……het is niet desiré hoor. Het is diaree!

Ha ha zegt zusje, weer wat geleerd, maar desiré of diaree het ruikt even vies! Poehee!

 

Gijsje

In het dorpje is iedereen druk, druk, druk.

Nou ja iedereen………op één na dan. En dat is Gijsje. Want wat heeft hij veel gesnoept vandaag.

Poehoe, wat heb ik een dikke buik, zucht Gijsje. Gauw mijn schoenen uit en lekker een dutje doen. Wel de wekker zetten hoor. Ik kan niet de hele dag blijven snurken toch. De taartjes zijn immers nog lang niet op. En bewaren tot morgen? Nee hoor, morgen zijn ze oud!.

Oei, niet zo zwaar op mijn buik leunen, zegt Gijsje tegen musje Twiet. En hij valt in een diepe slaap.

De Bazaar.

In het dorpje is een grote winkel, de Bazaar, het winkelhart van het dorp. Echt van alles is er te koop. Van serviesgoed tot schoonmaakspullen en van zuurkool uit het vat tot paling.

De baas van de winkel heet meneer Beero. Hij werkt al heel lang in de bazaar en hij kent al zijn klantjes goed.

Op dit moment is er de sjiekste dame uit het dorp in de winkel. Zeg meneer Beero heeft u ook honing, vraagt de dame. Ja zeker madame, zegt meneer Beero. Ik heb hele mooie bloemenhoning. Zo lekker dat ik hem heel hoog heb weggezet. Anders kan ik er zelf niet vanaf blijven, snapt u. Een momentje madame, ik klim snel de ladder op om het voor u te pakken. Is er verder nog iets van uw dienst?

Nee hoor, meneer Beero, dat is alles. Tot de volgende keer maar weer. Adieu madame, zegt meneer Beero galant.

 

Het boodschappenlijstje.

Keesje mag met zijn tante Gé mee boodschappen doen in de bazaar. Goedemorgen samen, zegt tante, als ze de winkel binnenkomt. Goedemorgen mevrouw en hé dag Keesje zeggen de klanten en meneer Beero zegt: ik kom zo hoor, ik ben nog effe bezig, maar pakt u zelf maar vast wat u nodig heeft. Zo Keesje, zegt tante Gé, lees jij het boodschappenlijstje maar voor, dan pak ik de boodschappen en doe ze in mijn mandje. Een kilo suiker, een pond koffie, thee, jam, een liter melk, brood, beschuit, pindakaas, somt Keesje op en zo gaat het maar door.

Eerst vond hij het wel een leuk klusje, maar al gauw krijgt Keesje er genoeg van. Nou Kees ik hoor niks meer, zegt tante. En daar gaat het weer: een kilo bananen, een pond tomaten, 2 appels. Nou Keesje heeft het er helemaal mee gehad, wat is dit saai. Nou Keesje wat staat er nu nog op het lijstje, vraagt tante. Ja duh zegt Keesje: tien pond scheten!

Er valt een stilte in de winkel. Wat zegt Keesje nou? Ja zegt Kees het staat er echt hoor.Tante houdt wel van een grapje en vraagt: hoe moet ik die dan meenemen?

Nou gewoon in een plastic tasje, zegt Keesje.

Iedereen moet lachen om die gekke Kees. Ook meneer Beero en Keesje krijgt van hem een lekkere reep chocolade om op te snoepen. Nou Keesje vindt boodschappen doen gelijk niet erg meer!

Mag ik volgende keer weer mee vraagt hij.

 

Ruzie.

Meneer Beero en juffrouw Tokke hebben ruzie. Meneer Beero is boos omdat Tokke zoveel eieren legt en deze gratis weggeeft. Ja, zo kan ik mijn winkel wel sluiten, zegt meneer Beero. Ik verkoop geen één ei meer op die manier.

Puh zegt juffrouw Tokke , wat bent u toch een ouwe zeur meneer Beero, u verkoopt genoeg andere dingen toch. Hoe moeilijk kan het zijn! Ouwe zeur? Ja nou wordtie mooi, roept meneer Beero opgewonden. Weet u wat u zelf bent juffrouw Tokke………een ouwe soepkip.

Nu is ook juffrouw Tokke op haar teentjes getrapt en ze loopt driftig kakelend weg.

Wat vervelend nou toch, ruzie. Maar nadat ze er allebei een nachtje over geslapen hebben, is de boosheid gezakt en moeten ze allebei eigenlijk wel lachen. Soepkip, hoe kom je erop, schatert juffrouw Tokke. Ja zegt meneer Beero, dat schoot zomaar in mijn hoofd. Sorry hoor juffrouw Tokke, natuurlijk bent u geen ouwe soepkip! Maar……….een jonge! Ha ha ha wat komisch, gieren.....  Gelukkig is de ruzie nu voorbij en tja wat kunnen die paar eitjes meneer Beero nu eigenlijk schelen. Hij verkoopt toch wel genoeg!

 

 

Ondeugende muisjes.

 

Vader Muis heeft de hele dag hard gewerkt. Hij zit nu lekker in de door Moeder Muis opgeruimde keuken een boekje te lezen. Heerlijk onderuit gezakt in zijn eigen stoel. Moeder moest nog even wat boodschappen doen, want ze krijgen vanavond visite. Ze heeft al wat lekkere kaasjes klaargezet voor het bezoek. Let jij maar effe op de kinders Va, ik ben zo weer terug.

Wat is zijn boek spannend. Va is er helemaal in verdiept. Hè Va, lees nou es wat voor….. ahh alsjeblieft Va, zeurt Teuntje naast zijn stoel. Verstoord kijkt Va op.

Nee Teun nou niet hoor, straks als je naar bed gaat lees ik jullie wel een verhaaltje voor. Va kijkt om zich heen naar de anderen en o jee………wat een zooitje. Jongens wat doen jullie nou?

De tweeling duwt de deegrol door de keuken en de anderen zitten aan de lekkere kaasjes te knabbelen. En wat doet Tijn daar toch?

Kijk Va, zegt Tijn, ik vond in de schuur van de buren een muizenval. Vals hè, zat er bijna met m’n tengels tussen. Ja duh, daar trapte ik niet in hoor. Je kan wel zien dat ik naar de sportschool ga, ik trek zo de klem omhoog. Lekker puh buurtjes! Slim van mij hè Va!

Maar kinderen toch, wat zijn jullie ondeugend, roept Va boos. Als de wiedeweerga de rommel opruimen. Als moeder thuis komt zwaait er anders wat.

 Gauw gaan de ondeugende muisjes alles opruimen.

Ach maar eigenlijk is Va niet echt kwaad. Wat zijn het toch apekoppen die jongens van mij denkt hij, en hij leest weer lekker verder!

 

De linkmiegels.

In een donker hutje helemaal onder in het dorp wonen de linkmiegels. De dorpskinderen zijn allemaal een beetje bang van hen. Dat komt omdat ze er best eng uit zien. En ze krijgen bovendien hele vreemde visite.

Als de lucht duister is, komen alle heksen uit de omgeving een kopje thee drinken bij de linkmiegels.

Toch zijn de linkmiegels best aardig en ze doen niemand kwaad. Iedereen die aan de deur komt krijgt een kopje thee. Of limonade.

Zullen we ook een keertje langs gaan? vraagt de Siamese poes Ting Tong aan Dibbus de hond.

Ja op je bolle hoofd, ik kijk wel uit zegt de ouwe Dibbus. Ga maar lekker alleen. Theedrinken bij die miegels brr. Ik ga liever even op bezoek bij buurvrouw kip Tokke. Daar krijg ik vast een gebakken eitje.

Mmmmm jammie zegt Ting Tong, dat is een nog veel beter idee!

 

 

 

De kleermakerij.

Het is vandaag een drukte van jewelste in de kleermakerij. De winkeljuffrouw komt handen te kort. Mevrouw Muis is jurken aan het passen en ze staat voor de spiegel. Ook mevrouw Beer heeft net een mooie nieuwe jurk uit het kledingrek aangetrokken en loopt deze door de winkel te showen.

Eén van de jurken die mevrouw Muis heeft gepast is te lang en de naaimachine van de kleermaker snort zachtjes om een zoomtje te leggen. De andere kleermakers hebben pauze en zitten lekker effe een bakkie te doen.

Maar wat nu alle aandacht van de winkeljuffrouw trekt, zijn de twee muizenvriendinnetjes Fransje en Pien. Ze zijn eerder vrij van school en lopen lekker door de winkels te slenteren. Ze komen overal met hun vingers aan maar ze kopen niks, want hun zakgeld is, jammergenoeg, alweer helemaal op. Fransje en Pien zijn nu bij de kleermakerij allemaal hoedjes aan het passen en gierend van de lach kijken ze naar elkaar. Hun vriendje Bonkie is op zijn gemak in een hoedje gaan zitten om alles te bekijken. Hij schatert het uit over die gekke Pien, die net een geel hoedje koket op één oor zet. Hoe vind je mij? vraagt Pien.

De winkeljuffrouw heeft het even aangekeken, maar na een tijdje wordt het haar toch te gortig.

Ze loopt naar de twee vriendinnetjes toe en zegt: Dames, willen jullie niet álle hoedjes opzetten? Ondeugend antwoordt Fransje: nee hoor juffrouw, alleen de leuke !!

 

..